hechting versus narcisme

De wetenschappelijk deskundige op het gebeid van narcisme is hoogleraar Jan Derksen van de Radboud Universiteit te Nijmegen. In een lezing voor het NIVOZ d.d. 7 maart  2018 spreekt  Derksen over  Freud die libido en agressie als twee bewegingen in één mens beschreef . Derksen spreekt liever over hechting en narcisme.

Zoals hij spreekt over de geboorte van het kind en de woorden die hij gebruikt krijg ik het beeld in energetische zin van een energiebubbel waarin het kind in een tweestromenland (van vader en moeder) energieoverdracht van beide ouders ontvangt. Er ontstaat a.h.w. een systeem waarin het kind de cultuur en natuur overgedragen krijgt.

Als de ouders in dat lokale milieu rondom het kind in staat zijn nabijheid te creëren (aanraken, contact met ogen) ontstaat een gehechtheid en worden gelijktijdig  ook de grenzen bevestigd.

De interactie tussen ouders en kind gaat als alles goed verloopt zo door en krijgt een responsief karakter. Ouder en kind reageren in afstemming op elkaar. Zo ontstaat bij het kind een goed emotie-regulerend systeem en ontstaat een basisvertrouwen in het kind.

Op de leeftijd van één jaar komen de eerstse narcistische ervaringen mede ook omdat de hechting tussen moeder en kind afneemt (hij /zij moet zich als eerste stap losmaken van vooral de moeder)

Op de leeftijd van drie jaar moeten de ouders de narcistische drang in het kind dempen door hem of haar te leren dat er nog een boel geleerd moet worden.

Als de ouders , de gezinscultuur in algehele zin, dit niet dempt onstaat een verwrongen zelfdbeeld bij het kind. Er moeten momenten van tegenslag en frustratie in het leven van het kind zijn om door ervaring te leren dat ze niet zo geweldig zijn en of er nog veel te leren valt. Dat betekent dat ze ook vatbaar worden voor feedback c.q. kritiek. En dat levert een gezond zelfbeeld op en geen narcistische persoonlijkheid.